De GAV

De Werkende Centraal

De Werkende Centraal

Bedrijfs- en verzekeringsartsen wordt gevraagd om mensen met een chronische ziekte te ondersteunen bij het nemen van eigen regie in terugkeer of behoud van werk. Maar hoe dan precies? Dankzij Instituut Gak doen het AMC, het VUmc en het UMCG onderzoek naar hoe bedrijfs- en verzekeringsartsen de eigen regie van werkenden met een chronische ziekte kunnen vergroten.

Eigen regie van werk(zoek)enden met een chronische ziekte
Wat is de rol van de bedrijfs- en verzekeringsarts?

Bedrijfs- en verzekeringsartsen wordt gevraagd om mensen met een chronische ziekte te ondersteunen bij het nemen van eigen regie in terugkeer of behoud van werk. Hoe artsen deze ondersteunende rol moeten vormgeven is nog onduidelijk. In het nieuwe onderzoeksprogramma ‘De Werkende Centraal’ doen het AMC, het VUmc en het UMCG onderzoek naar hoe bedrijfs- en verzekeringsartsen de eigen regie van werkenden met een chronische ziekte kunnen vergroten.

Volgens schattingen heeft ongeveer 1 op de 5 mensen binnen de beroepsbevolking een chronische ziekte. Het hebben van bijvoorbeeld diabetes, reuma of angstklachten maakt het uitvoeren en volhouden van werk soms lastig. Er komt steeds meer nadruk op de eigen regie van mensen met een chronisch ziekte als het gaat om terugkeer naar of behoud van werk. Dit kan bestaan uit het verzamelen van kennis over de ziekte en het samen met zorgverleners beslissingen nemen over behandeling en functioneren.
Een actieve rol en eigen regie nemen als werkende met een chronische ziekte is niet makkelijk en is niet zomaar voor iedereen weggelegd. Bedrijfs- en verzekeringsartsen hebben de belangrijke taak om werk(zoek)enden hierbij te ondersteunen. Dit vraagt een coachende rol van bedrijfs- en verzekeringsartsen en legt de nadruk op het bevorderen van zelfmanagement en behoud van functioneren. Dit vormt de rode draad in het nieuwe onderzoeksprogramma “De chronisch zieke werkende centraal. Wat is de rol van de sociaal geneeskundigen?”.

Het onderzoeksprogramma onderscheidt drie invalshoeken, namelijk 1) het actief betrekken van de sociale omgeving (zoals de partner), 2) het versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid ter voorkoming van werkuitval en 3) het betrekken van specifieke persoonsgebonden informatie van de werkende zelf (zoals motivatie, ziekte perceptie) bij begeleiding en beoordeling door bedrijfsartsen en verzekeringsartsen. De ontwikkelde (kennis)producten worden getest in een proeftuin met verschillende praktijkpartners.

Het programma wordt gezamenlijk uitgevoerd door het AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, VUmc, afdeling Sociale Geneeskunde en UMCG, afdeling Sociale Geneeskunde. Ook zijn de twee beroepsverenigingen van bedrijfs- (NVAB) en verzekeringsartsen (NVVG) en het opleidingsinstituut NSPOH betrokken. Het programma heeft een looptijd van vijf jaar en wordt gefinancierd door Instituut Gak. Wilt u meer informatie over dit project? Of wilt u deelnemen aan dit onderzoek? Kijk dan op www.dewerkendecentraal.nl